Paragrafen

Financiering

Door de te betalen investeringen en het verstrekken van bijdragen in grote projecten verwachten wij dat de beschikbare hoeveelheid middelen de komende jaren daalt. Het voorspellen van de renteopbrengsten in de toekomst is in beperkte mate mogelijk en afhankelijk van de feitelijke ontwikkeling van de rentestand en de liquiditeitenomvang.
Voor de inschatting van het rendement over 2025 zijn we uitgegaan van de volgende aannames en uitgangspunten:

  • de gemiddelde omvang van de liquide middelen in 2025 bedraagt € 88,2 mln.;
  • gemiddeld is € 1,65 mln. uitgeleend aan gemeenten (lopende contracten) tegen een gemiddeld rendement van 0,41% en gemiddeld € 11,65 mln. aan leningen verstrekt vanuit de publieke taak tegen een gemiddeld rendement van 0,05% (waarvan het overgrote deel renteloos);
  • de beschikbare liquide middelen zullen worden uitgezet op basis van de liquiditeitenplanning;
  • de rentevisie voor 2025 is:
  • 3,50% per jaar voor rente rekening-courant bij de schatkist;
  • 2,50% per jaar voor rente Onderhandse Leningen Publieke Sector looptijd 1 jaar;
  • 2,80% per jaar voor rente Onderhandse Leningen Publieke Sector looptijd 5 jaar/fixe;
  • 3,00% per jaar voor rente Onderhandse Leningen Publieke Sector looptijd 10 jaar/fixe;
  • 3,00% per jaar voor rente Onderhandse Leningen Publieke Sector looptijd 10 jaar/lineair.

Op grond van deze aannames gaan wij voor het jaar 2025 uit van een totaalsaldo aan middelen van € 86,4 mln. en een renteopbrengst van € 6.754 (leningen aan gemeenten) en € 5.825 (leningen vanuit publieke taak), gebaseerd op lopende leenovereenkomsten. Daarnaast verwachten wij een renteopbrengst van € 2,8 mln. vanuit de Schatkist.

Onderstaande tabel geeft meerjarig inzicht in de omvang van de middelen en het rendement.

Tabel 4.1: Omvang en rendement middelen (x € 1 mln.)

2024

2025

2026

2027

2028

Middelen op 31 december

86,4

71,4

33,4

-8,6

-26,6

Middelen gemiddeld

88,2

78,9

52,4

12,4

-17,5

Opbrengst (prognose)

3,1

2,8

1,0

0,4

0,0

Rendement (%)

3,5%

3,5%

3,5%

3,5%

0,0%

Risicobeheer
Het vigerende beleid binnen de provincie Flevoland geeft aan dat wij prudent omgaan met de financiële middelen. Wij trekken geen gelden aan om deze tegen een hoger rendement uit te zetten (bankieren). De provincie heeft tot op heden geen leningen aangetrokken en een positief rekening courant saldo. In het huidige treasurystatuut worden vier risico’s onderkend waarbij de volgende maatregelen zijn getroffen:

Tabel 4.2: Risico’s en maatregelen

Risico

Omschrijving

Maatregel

Renterisico

De kans dat rentewijzigingen nadelige financiële gevolgen hebben.

Het renterisico is het volume uitstaande schuld, dat in een jaar aan een renteherziening onderhevig is. Dit risico is in 2025 niet aanwezig, omdat wij geen leningen hebben aangetrokken.

Kasgeldlimiet: 7% van de omvang van de Programmabegroting 2025 bedraagt € 19,4 mln.
Kasgeldoverschot: gemiddelde omvang vlottende middelen, dit bedraagt € 47,5 mln. Dit bedrag plus de kasgeldlimiet levert een ruimte onder de limiet op van
€ 66,9 mln. Gezien deze ruimte is er van een risico nagenoeg geen sprake.

Valutarisico

Positieve dan wel negatieve gevolgen van koersschommelingen wanneer er gehandeld wordt met andere munteenheden dan de euro.

Er wordt uitsluitend gehandeld met de euro als munteenheid. Dit risico is dan ook uitgesloten.

Krediet-risico

De kans dat een debiteur de hoofdsom niet terugbetaalt als gevolg van betalingsproblemen en/of een faillissement.

Nagenoeg al onze middelen houden wij aan de schatkist. De enige uitzonderingen daarop zijn het rekening-courant saldo bij de BNG Bank en verstrekkingen in het kader van onderling lenen aan medeoverheden.
Het risico van niet terugbetalen schatten wij daarom in als nihil. Voor reguliere debiteuren wordt een adequate incassoprocedure toegepast. Waar zich financiële risico’s voordoen worden deze tijdig afgedekt.

Liquiditeit-risico

De kans dat er op korte en/ of lange termijn te weinig liquide middelen voorhanden zijn om te kunnen voldoen aan de betalingsverplichtingen.

Uitgaven en inkomsten worden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd (plannen) door een liquiditeitenplanning voor de komende 10 jaren te maken.

Deze pagina is gebouwd op 09/25/2024 15:37:20 met de export van 09/25/2024 15:33:07