2.1 Uitgangspunten voor de Programmabegroting 2025
De basis voor de Programmabegroting 2025 is het financieel perspectief zoals gepresenteerd in de
Perspectiefnota 2025-2028, aangevuld met eventuele effecten van aangenomen moties en amendementen
tijdens de behandeling van de Perspectiefnota 2025-2028 door PS op 26 juni jl. Daarbij zijn vier moties aangenomen, zie bijlage A. van deze programmabegroting. Autonome ontwikkelingen zijn in deze begroting zichtbaar verwerkt en van een nadere toelichting voorzien (indien > € 100.000). Dit betreft onder andere de actualisatie van de ramingen voor de uitkering provinciefonds en opcenten MRB. Daarnaast zijn de structurele financiële effecten van het Coalitieakkoord 2023-2027 in deze begroting verwerkt. Conform vigerend beleid zijn begrotingsmutaties die ten laste of ten gunste van de begrotingsruimte komen verrekend met de stelpost 'Nieuw Beleid'.
Nieuwe inzichten 2025-2028
De volgende nieuwe inzichten zijn verwerkt in de begroting:
Autonome ontwikkelingen
Het is gebruikelijk dat in de perspectiefnota het financieel perspectief voor de eerstvolgende begroting wordt geschetst. Hierin worden onder andere autonome ontwikkelingen verwerkt, bijvoorbeeld de actualisatie van het Provinciefonds op basis van de laatste circulaire en de bijstelling van de opcenten MRB op basis van een actueel voertuigbestand. Daarnaast kunnen autonome ontwikkelingen zijn opgenomen die bijvoorbeeld het gevolg van zijn van wijzigingen in kasritmen van grote projecten of onvermijdelijke lasten als gevolg van gewijzigde wet- en regelgeving. Deze perspectiefnota vormt dan de basis voor de later dat jaar op te stellen programmabegroting.
Verwerking Perspectiefnota 2025-2028
De Perspectiefnota 2025-2028 bestaat uit richtinggevende voorstellen die mede afhankelijk van de uitkomsten van de Algemene Beschouwingen nader zijn uitgewerkt en verwerkt zijn in de Programmabegroting 2025. Dekking van deze voorstellen vindt plaats vanuit de vrije ruimte in de stelpost Nieuw Beleid of het ongeoormerkte deel van de 'Brede Bestemmingsreserve'.
Zie hiervoor de verschillenanalyses (onderdeel 'middelen') van de desbetreffende programmaonderdelen, waar de verschillen > € 100.000 van een nadere toelichting zijn voorzien. Het totale effect van deze mutaties op het begrotingssaldo 2025 bedraagt € 3,1 mln. nadelig (zie detail verloopoverzicht 'Nieuw Beleid' in tabel 1.11).
Coalitieakkoord 2023-2027
Na de Statenverkiezingen van maart 2023 heeft zich een nieuwe coalitie gevormd. In het Coalitieakkoord 2024- 2027 zijn de ambities voor de komende bestuursperiode verwoord. De structurele mutaties uit het coalitieakkoord zijn verwerkt in deze begroting. Een aantal van deze onderwerpen behoeven nog nadere uitwerking en/of besluitvorming en zijn daarom vooralsnog geoormerkt in de stelpost 'Nieuw Beleid' opgenomen.
De incidentele mutaties waarvoor reeds bestaande dekking aanwezig is, zijn verwerkt door middel van een oormerk in de desbetreffende bestemmingsreserves, danwel in de daartoe ingestelde reserve 'Uitwerking coalitieakkoord'. De overige voorstellen zullen bij de eerstvolgende perspectiefnota worden betrokken, dan wel via een separaat Statenvoorstel worden voorgelegd.
Begrotingseffecten nieuwe inzichten
In paragraaf 1.1 is een totaaloverzicht opgenomen van het verloop van de stelpost 'Nieuw Beleid'. Deze stelpost is gewijzigd als gevolg van het verwerken van autonome ontwikkelingen en de structurele mutaties uit het coalitieakkoord (zie hiervoor). Daarnaast zijn er ontwikkelingen en nieuwe inzichten die zijn ontstaan bij het opstellen van de Programmabegroting 2025. Voor zover deze geen relatie hebben met bestaande reserves zijn deze van invloed op het financieel perspectief. Dit zijn in de meeste gevallen effecten die voortvloeien uit bestaand beleid en van technische aard zijn, maar die wel effect hebben op de begrotingsruimte en/of aanwezige stelposten. Deze mutaties zijn bij de verschillenanalyse van de desbetreffende programmaonderdelen van een toelichting voorzien (indien > € 100.000). De niet resultaat neutrale begrotingsmutaties zijn daarbij conform vigerend beleid ten laste of ten gunste van de stelpost 'Nieuw Beleid' gebracht. Per saldo is het effect van deze begrotingsmutaties € 2,9 mln. nadelig (zie detail verloopoverzicht 'Nieuw Beleid'in hoofdstuk 1.1). .
Eindbeeld
Op basis van de hiervoor genoemde ontwikkelingen kan worden geconcludeerd dat we een sluitende Programmabegroting 2025 kunnen presenteren. Ook 2026 is sluitend. Vanaf het jaar 2027 wordt een tekort verwacht. In de jaren 2027 en 2028 verwachten wij een tekort van respectievelijk € 1,0 mln. en € 2,40 mln. Dit wordt veroorzaakt doordat de meicirculaire een andere uitkomst heeft dan aangenomen in de perspectiefnota. Door de inzet van de vrij ruimte en de eerste twee jaren en het oormerk ‘Egalisering meerjarenperspectief’ (vanuit de ‘Algemene reserve’) is het effect gemitigeerd.